De tijd
De tijd gaat snel gebruik hem wel!
Tijdsbeleving: iedereen ervaart tijd anders. Ontdek hier hoe dat komt.
Waarom is het 's winters langer donker? Ontdek het hier.
Hoeveel dagen hebben de maanden? Ontdek het hier.
Hier kan je een quiz doen over de dagen van de maanden.
Wat betekent zomertijd en wintertijd? Ontdek het hier.
De seizoenen : ontdek hier alles over.
Dag en nacht: ontdek het hier.
Hoe maak je een kompas om het noorden te zoeken of een zandloper om de tijd te meten. Ontdek het hier.
Hoe werkt een kompas? Ontdek het hier.
Hoe werkt een magneet? Ontdek het hier en hier.
Je biologische klok. Ontdek het hier.
Correctiesleutel:Voorbereiding: Toets: W.O.: De tijd gaat snel gebruik hem wel!
1) Orden de jaartallen in de tijd van vroeger tot nu en schrijf er bij in welke eeuw het zich afspeelt:
203(3 de eeuw)- 601(7 de eeuw)-854(9 de eeuw)-1000(10 de eeuw)-1103(12 de eeuw)-1897(19 de eeuw)- 2015(21 ste eeuw)
2) Noteer het beginjaar van de 17 de eeuw en ook het eindjaar : 1601-1700
van de 9 de eeuw :801-900
van de 20 ste eeuw :1901-2000
van de 3 de eeuw :201-300
van de 6 de eeuw :501-600
3) Wanneer begon deze eeuw en wanneer eindigt ze? 2001-2100
4) Noteer één jaartal uit de 13 de eeuw. Het mag niet het beginjaar en niet het eindjaar zijn.
Alles tussen 1201 en 1300
5) Wat is een eeuweling? Een persoon van 100 jaar oud
6) Schrijf de eeuw achter het jaartal.
1302: 14 de eeuw 1100: 11 de eeuw 612 :7 de eeuw 400 : 4 de eeuw
7)Orden de tijdsmeters van het langst geleden tot nu:
zon(1)-zonnewijzer(2)(Oude Egypte)-waterklok(3)(Oude Egypte)-
zandloper(4)(8 ste eeuw)- kaarsklok(5)(870)- radarklok(6)(1000)-
staande klok(7)(1400)- mechanische klok(8)(1450= einde middeleeuwen)
zakhorloges(9)(1500)- slingerklok(10)(1656)- digitale klok(11) – chronometer(12) –
sprekende klok(13)
8) De zon komt op in het oosten, staat 's middags in het zuiden en 's avonds in het westen, nooit in het noorden.
9) De maan draait rond de aarde.
10) De aarde beweegt in een ellipsvormige baan rond de zon.
11) De aarde draait rond haar as in 24 u.(Hoeveel tijd duurt dit?)
12) De aarde draait in 365 dagen en 6 uren of in 12 maanden of 1 jaar rond de
zon.
13) Som de 4 jaargetijden op. Begin met het jaargetijde waarin we nu zijn.
de herfst- de winter- de lente – de zomer
14) Geef een ander woord voor jaargetijde. Een seizoen
15) Leg uit wat een kalenderjaar is: het begint met de maand januari en eindigt met de maand
december
16) Leg uit wat een schooljaar is: het begint met de maand september en eindigt met de maand
juni.
17)Hoeveel weken zijn er in een jaar? 52 weken
18) Hoeveel dagen zijn er in een jaar? 365 of 366(schrikkeljaar)
19) Hoeveel maanden zijn er in een jaar? 12 maanden
20) Hoe heet de periode tussen 2 volle manen? Een maand
21) Hoe heet de klok dat er in elk levend wezen is en je kan het niet zien. De biologische klok is aanwezig in elk levend wezen (mens, dier en plant). Je kan die klok niet horen, niet zien en niet voelen.
22) Hoeveel dagen zijn er van 21/10 tot en met 5/11 ?
21/10 tot en met 31/10 : 11 dagen
1/11 tot en met 5/11: 5 dagen
Totaal aantal dagen(tot en met): 16 dagen
( Kijk ook de andere oefeningen na op pagina 13 in je contractje van de tijd)
23) Maak ook de oefeningen op de klaswebsite om te oefenen op de tijdsband!
24) Wat is de betekenis van decennium, millennium ,semester, kwartaal, trimester
10 jaar(dix), 1000 jaar(mille), 6 maanden, een kwartaal is een trimester of 3 maanden